top of page

Verhuizen met een kind na scheiding: heb ik toestemming nodig?


Dit onderwerp leidt tot veel procedures waarbij de rechter een beslissing moet nemen over de vraag of enerzijds de ouder het recht heeft op een nieuw leven in een andere woonplaats en anderzijds of dat in het belang is van het kind.

Gezag?

De eerste vraag die beantwoord moet worden is of de niet-verhuizende ouder belast is met het gezag over het kind. Indien dit niet het geval is, heeft de niet-gezaghebbende ouder geen zeggenschap over de verblijfplaats van het kind. Overigens betekent dit niet dat de niet-gezaghebbende ouder geheel buiten spel staat, deze ouder kan de rechtbank verzoeken hem eveneens met het gezag te belasten.

Wanneer de niet-verhuizende ouder met het gezag is belast, heeft de verhuizende ouder toestemming nodig van de andere ouder.

Wat te doen?

Allereerst dient de ouder toestemming te vragen aan de andere ouder. Wanneer de andere ouder geen toestemming verleent, dient de ouder vervangende toestemming te vragen aan de Rechtbank. Vaak gaat dit verzoek gepaard met een verzoek tot wijziging van de zorgregeling.

In het geval dat de ouder zonder toestemming met het kind verhuist, is er sprake van onttrekking aan het ouderlijk gezag. Eigenrichting wordt niet door een rechter beloond. De andere ouder zal wel in actie moeten komen. Hij of zij zal een procedure bij de Rechtbank aanhangig moeten maken waarbij verzocht kan worden de bestaande zorgregeling af te dwingen, dan wel afgifte van het kind te vorderen, dan wel een verklaring voor recht te verzoeken met een verbod tot verhuizing of de meest vergaande: een wijziging van hoofdverblijfplaats van het kind verzoeken.

In deze bijdrage zal ik mij beperken tot een binnenlandse verhuizing, waarbij ik reeds aangeef dat bij een buitenlandse verhuizing strengere eisen gelden en vervangende toestemming minder snel wordt verleend.

Rechterlijke toets

Wanneer de ouder vervangende toestemming verzoekt, zal de Rechtbank een beslissing moeten nemen waarbij het belang van het kind voorop staat. Naast het belang van het kind spelen de belangen van de ouders ook een belangrijke rol spelen. De Rechter zal een belangenafweging moeten maken waarbij alle feiten en omstandigheden worden meegenomen. Doorgaans is de rechter zeer terughoudend in het geven van toestemming voor een verhuizing van de kinderen. Hieronder worden relevante feiten en omstandigheden weergegeven die van belang kunnen zijn, hetgeen overigens niet limitatief is.

Het belang van het kind staat voorop

In de eerste plaats mag de inhoud en de frequentie van het contact tussen het kind en de andere ouder niet onacceptabel gereduceerd worden als gevolg van de verhuizing. Hoe intensiever het contact tussen de andere ouder en het kind is, hoe lastiger het voor de ouder is toestemming te krijgen. Anders gezegd: bij een summiere zorgregeling wordt de toestemming eerder verleend dan bij een co-ouderschapsregeling.

Tevens moet de verhuizing goed zijn voorbereid door de ouder waarmee wordt bedoeld dat redelijk moet vastliggen hoe het leven van de ouder en het kind er na de verhuizing gaat uitzien qua werk, huisvesting, school of opvang maar ook de toekomstperspectieven van het kind en de ouder.

Ingrijpende gevolgen van de verhuizing voor de andere ouder moeten worden geminimaliseerd, er zal bijvoorbeeld een alternatief voor de bestaande zorgregeling moeten worden geboden. Vanzelfsprekend is de afstand tussen de oude en de nieuwe woonplaats van de ouders van belang, een verhuizing binnen een straal van 5km zal eerder worden toegestaan dan een verhuizing buiten een straal van 50km. De extra reisduur en de extra reiskosten worden door de rechter niet in het belang van de andere ouder en het kind geacht. Ook is de communicatie tussen de ouders van belang: hoe verder de afstand, hoe meer van de ouders wordt verwacht qua inspanning van het onderhouden van contact. Een goede verstandhouding is geen must maar wel een pré.

Niet minder belangrijk is de aanwezigheid van de noodzaak tot verhuizing, wat is de aard en de urgentie van de verhuizing? Is bijvoorbeeld de nieuwe partner van de ouder economisch gebonden aan zijn woonplaats waardoor die partner niet kan verhuizen of is de partner van de ouder gebonden in verband met zijn kinderen. De bestendigheid van de nieuwe relatie zal de rechter eveneens in de overweging meenemen.

Ook de leeftijd van het kind is van groot belang. In het algemeen geldt dat hoe jonger het kind is, hoe makkelijker het zich kan aanpassen. De mate waarin het kind geworteld is in zijn omgeving (sociaal leven, school, sport) is van groot belang. Bij een kind van 12 jaar of ouder wordt de mening van het kind –  indien deze kenbaar is gemaakt – meegenomen in de beslissing.

Tenslotte kunnen de intentieverklaringen die blijken uit het convenant mee spelen bij de beslissing. Wanneer partijen uitdrukkelijk afspreken dat zij niet verder dan 5km van elkaar vandaan zullen wonen omdat een co-ouderschapsregeling anders niet uitvoerbaar is, zal de rechtbank dat niet snel opzij zetten.

Conclusie

Het antwoord op de vraag of een gescheiden ouder zonder toestemming van de andere ouder met hun kind mag verhuizen, is vaak afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval waarbij alle betrokken belangen moeten worden meegenomen. Uit de praktijk blijkt dat het niet eenvoudig is algemene criteria te formuleren aangezien dit onderwerp zeer casuïstisch is. U doet er dan ook verstandig aan een advocaat te raadplegen.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen, neem dan gerust telefonisch contact op (06-24639909).

bottom of page