Auto verkopen tegen lagere waarde voor scheiding
- amylamme
- 30 mei
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 2 dagen geleden
De rechtbank Gelderland oordeelde op 14 maart 2025 over scheiding waarbij een auto vlak vóór de scheiding onder de getaxeerde waarde werd verkocht. Deze uitspraak onderstreept het belang van een zorgvuldige vermogensafwikkeling en waakzaamheid voor benadeling van de gemeenschap door één van de echtgenoten.
Wat was er aan de hand?
Een man en een vrouw zijn voor 1 januari 2018 gehuwd in de wettelijke gemeenschap van goederen. Op 18 april 2024 wordt het verzoek tot scheiding ingediend waardoor de gemeenschap wordt ontbonden.
Tot de gemeenschap behoren 4 auto’s. Ten aanzien van 1 auto hebben de man en de vrouw discussie. De auto is op 11 april 2024 getaxeerd op een waarde van € 22.000. de man heeft de auto echter verkocht voor slechts € 15.000. Dit bedrag is op 18 april 2024 door een derde betaald door bijschrijving op de bankrekening van de man. De man stelt dat hij de auto slechts voor € 15.000 kon verkopen, omdat de auto slecht gespoten was en grotendeels moest worden gedemonteerd. Daarnaast waren de pasnaden (kieren of naden tussen de verschillende carrosseriedelen) van de auto niet meer in goede staat. De man stelt dat hij de auto snel moest verkopen, omdat hij zijn schuldeisers moest aflossen. Hij had daarom geen tijd om te onderhandelen over de verkoopprijs.
De vrouw kan zich daar niet in vinden en stelt dat zij recht heeft op de helft van € 22.000 in plaats van de helft van € 15.000. Zij geeft daarbij aan dat de auto nog gewoon in het bezit is bij de man. Zij doet een beroep op artikel 1:164 BW. Dit artikel bepaalt het volgende:
“Indien een tussen de echtgenoten bestaande gemeenschap van goederen door één van hen is benadeeld doordat hij na de aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór lichtvaardig schulden heeft gemaakt, goederen der gemeenschap heeft verspild, of rechtshandelingen als bedoeld in artikel 88 van dit boek zonder de vereiste toestemming of beslissing van de rechtbank heeft verricht, is hij gehouden na de inschrijving van de beschikking waarbij de echtscheiding is uitgesproken, de aangerichte schade aan de gemeenschap te vergoeden.”
De rechtbank stelt vrouw in het gelijk en overweegt:
Het staat vast dat de man de auto, een gemeenschapsgoed, zonder toestemming van de vrouw heeft verkocht tegen onzakelijke condities. Bij de waardebepaling was tevens rekening gehouden met de algehele staat waarin de auto zich bevond. De man heeft daarnaast geen inzage gegeven aan wie de auto is verkocht en weerspreekt de vrouw ook niet ten aanzien van haar stelling dat de man de auto nog in gebruik heeft en dat deze ook nog in zijn garage staat. De man heeft ook geen koopovereenkomst overgelegd. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen wat de overeengekomen verkoopprijs was.
De rechtbank oordeelt daarom dat is voldaan aan de vereisten van artikel 1:164 BW. De man is gehouden de schade aan de gemeenschap te vergoeden. Het bedrag van € 15.000 is op 18 april 2024 bijgeschreven op de bankrekening van de man met nummer [nummer] en zal worden meegenomen bij de verdeling van de banksaldi. De rechtbank stelt daarom de schade vast op het verschil tussen de taxatiewaarde van € 22.000 en het ontvangen bedrag van € 15.000, wat neerkomt op een bedrag van € 7.000. De man is gehouden dat bedrag aan de gemeenschap te vergoeden, waardoor de man per saldo een bedrag van € 3.500 aan de vrouw dient te voldoen.
Nee, het mag dus niet.

Komentarze